Verdubbeld verdriet

Ik begon de tweede dag van het blok Lichaamsgerichte Begeleiding bij Rouw en Verlies met het voorlezen van een stuk van Femke van der Laan over wat zij noemt de Verdubbelaar: een man in glittersmoking die uit de coulissen springt zodra er iets moeilijks gebeurt. Een quizmaster die zijn opwachting maakt als er een geliefde sterft. Hij verdubbelt elk verdriet, hij zorgt ervoor dat je soms moet huilen terwijl het alleen maar regent. 

Een parel van een column en een perfecte inleiding voor onze dag, waarin we gingen kijken naar ‘het schriklichaam’. In deze blog neem ik je graag mee in onze leerdag van gisteren.

Terwijl ik de column voorlas zag ik hoe de woorden van Femke raakten.  We herkennen allemaal de verdubbelaar, hoe verdriet ergens in je lijf zit en kan worden aangetikt door een gebeurtenis, een trigger, of simpelweg door een grijze regendag.

Het schriklichaam

Ik begon met een lesje. Een zwaar vereenvoudigde uitleg over hoe dat werkt in ons, bezien vanuit ons lichaam.  In ons organisme zit een oeroud mechanisme, dat wij delen met dieren, een mechanisme dat razendsnel reageert op schrik en gevaar. Een systeem dat zorgt dat wij ons vege lijf redden en onszelf beschermen als wij bedreigd worden. Dat doen we door te vechten, te vluchten of door te bevriezen. Een mooi woord ervoor is het schriklichaam. Ons lichaam schrikt en reageert. Het systeem dat ons in veiligheid brengt gaat volledig buiten ons bewustzijn om, het werkt gelukkig geheel autonoom. Dus bij gevaar gaan we niet eerst nadenken, maar reageren we direct. Ons denkbrein doet even niet mee. Bijzonder nuttig, als er een auto plots voor je remt of als er een tijger in je kamer staat.

Nu schrikken we niet alleen van een tijger of een plots remmende auto, we schrikken ook van een nare opmerking, een geliefde die afwezig doet of een onaardige mail van een vriendin die jou op iets aanspreekt. Als kind schrokken we van een boze moeder, een pestende klasgenoot of van de hamster die dood gaat. Of nog erger en groter: van een moeder die dood gaat. Je schrikt als kind van gebeurtenissen waarin je je onveilig, niet begrepen of ongesteund voelt. Je schrikt van iets dat te plotseling gebeurt of dat te groot is.

Even terug naar het lijf. Het lichaam mobiliseert bij schrik een heleboel energie die zorgt dat je adequaat handelt. Als het gevaar geweken is, kan die energie weer uit je systeem, dan is die niet meer nodig. Dan kan die energie, idealiter, weer ontladen. Helaas zijn wij daar dan weer niet zo goed in als de dieren met wie we dit oeroude systeem delen. Die kunnen moeiteloos ontladen en gaan weer in ontspanning. Wij houden vaak de schrik vast in ons lijf. We slaan het op, het gaat ondergronds, soms heel erg lang. En het kan worden aangetikt door iets dat we nu meemaken, iets dat raakt aan de oorspronkelijke schrik, die ooit niet is ontladen en ondergronds nog in ons zit. En daar komen we bij de verdubbelaar waar Femke over schrijft.

Rouw en schrik

In alles rondom rouw zit veel schrik. Een plotselinge dood, een onheilstijding, een slechte uitslag, een vriendin die niet goed op je reageert, de langdurige stress bij een vechtscheiding. De mechanismes die ons beschermen bij gevaar, zijn ook bij verlies in eerste instantie beschermend. Verlies raakt natuurlijk zó aan onveiligheid. Het kan maken dat we tijdelijk verdoofd zijn, zodat de volle omvang nog niet helemaal doordringt en het kan maken dat we kunnen blijven handelen. Dat we kunnen zorgen voor een uitvaart of voor de kinderen. De adrenaline die vrijkomt bij grote schrik kan heel krachtig zijn in het verdoven van pijn.

Als deze energie (te lang) vast gaat zitten, als pijn niet erkend wordt, als rouw niet gevoeld wordt, als schrik niet ontladen kan worden dan slaat het zich op in ons lichaam. Dan gaat het ondergronds. En dan kan het aangetikt worden, soms lang daarna, terwijl we niet meer doorhebben wat de oorsprong is.

De wijze dochter van Femke

De middelste van Femke weet het. Dat het nare gevoel van de vriendinnenruzie eigenlijk raakt aan groter verdriet: ‘En ik mis pappa natuurlijk ook gewoon’, zegt zij. Daar heeft zij de sleutel denk ik te pakken; door te voelen dat het eigenlijk daarover gaat, verbindt zij zich weer met haar verdriet en kan zij bijvoorbeeld steun vragen bij haar moeder. En dan kan de verdubbelaar verdwijnen in de coulissen.

Au!

Hier hadden we het over gisteren en we deelden over onze eigen ervaring met ons schriklichaam, gekoppeld aan onze ervaringen van verlies. Het was bijzonder om te merken wat er gebeurde in de energie.  In de ruimte werd de oude schriklichaam-energie voelbaar en bij ieder van ons werd dit in ons lichaam voelbaar in spanning in benen, borstgebied of in de buik. Er werd kennelijk veel ouds aangeraakt.

In de middag gaven we elkaar een psoasmassage. Dat is een spier diep in ons buikgebied, die verbonden is met het schriklichaam. Zonder veel woorden en verhalen maakten we door massage en aanraking contact met deze spier en kon er weer iets van de schriklichaam-spanning oplossen.

We eindigden in de kring, aan het einde van de dag. Aangeraakt, geraakt en verbonden. Daar ontspannen schriklichamen van!

In de nascholing Lichaamsgerichte Begeleiding bij Rouw en Verlies worden op dit moment 12 ervaren massagetherapeuten toegerust, zodat zij cliënten met verlies kunnen begeleiden en ondersteunen bij rouw. Met elkaar gaan we een netwerk vormen. Mijn droom is dat je waar je in Nederland ook te maken krijgt met verlies, een beroep kunt doen op een lichaamsgerichte begeleider. Omdat rouw altijd ook in het lichaam voelbaar is. In maart 2018 start de volgende groep.


Share This